SV | En de HEERE gaf Lachis in de hand van Israel; en hij nam haar in op den tweeden dag, en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, naar alles, wat hij aan Libna gedaan had. |
WLC | וַיִּתֵּן֩ יְהוָ֨ה אֶת־לָכִ֜ישׁ בְּיַ֣ד יִשְׂרָאֵ֗ל וַֽיִּלְכְּדָהּ֙ בַּיֹּ֣ום הַשֵּׁנִ֔י וַיַּכֶּ֣הָ לְפִי־חֶ֔רֶב וְאֶת־כָּל־הַנֶּ֖פֶשׁ אֲשֶׁר־בָּ֑הּ כְּכֹ֥ל אֲשֶׁר־עָשָׂ֖ה לְלִבְנָֽה׃ פ |
Trans. | wayyitēn JHWH ’eṯ-lāḵîš bəyaḏ yiśərā’ēl wayyiləkəḏāh bayywōm haššēnî wayyakehā ləfî-ḥereḇ wə’eṯ-kāl-hannefeš ’ăšer-bāh kəḵōl ’ăšer-‘āśâ ləliḇənâ: |
En de HEERE gaf Lachis in de hand van Israël; en hij nam haar in op den tweeden dag, en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, naar alles, wat hij aan Libna gedaan had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE gaf Lachis in de hand van Israel; en hij nam haar in op den tweeden dag, en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, naar alles, wat hij aan Libna gedaan had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!